vrekkenmobielen

De ultieme vrekkenmobielen zijn geweldig als je links en rechts een paar eurootjes wil sparen.

Het is weer het begin van het jaar. Dat betekent dat we ook allerlei goede voornemens hebben. Een paar kilootjes eraf, iets meer bewegen, niet meer drinken. Je kent het wel. Meestal zijn er ook wat financiële voornemens. Lekker geld sparen. Een goede manier omdat te doen is de autokosten te drukken.

In Nederland kost het gebruik van een auto enorm veel geld. Dermate veel dat je al je principes opzij kunt zetten: het is immers niet te betalen. Daarom leek het ons een geschikt moment om te kijken naar de ultieme vrekkenmobielen. Dat betekent in dit geval: de A-segment met dieselmotor. De combinatie tussen die twee is eigenlijk heel erg vreemd.

Kleine stadsautootjes zijn met benzinemotor al heel erg zuinig. En ja, met een diesel kun je nog veel zuiniger rijden, maar in de meeste gevallen moet je flink kilometers maken om voordeel te halen. Dan kun je je afvragen of je wel zoveel kilometers wil maken in zo’n kleine A-segment-auto. Qua comfort is het vaak behoorlijk afzien.

Maar, je kan er je voordeel mee doen. Ze zijn namelijk wel degelijk verkocht. Op dit moment is het niet het heetste gedeelte van de markt, dus het grootste nadeel is komen te vervallen. En of je er blij van wordt, is een tweede. Maar ter lering ende vermaak kijken we naar de top 10 vrekkenmobielen!

Seat Arosa 1.7 SDI (6H)

1998 – 2001

We kennen allemaal de Lupo 3 L. En ja, die gaan we ook behandelen. Maar deze was er eigenlijk eerder. De Seat Arosa kwam in 1997 als de opvolger van de Seat Marbella. Het is een van de weinige keren dat er eerst een Seat-versie verscheen, voordat de Volkswagen-versie kwam. De Lupo kwam namelijk ietsje later op de markt.

Naast een 1.0 (50 pk) en een 1.4 (60 pk) kon je kiezen voor een 1.7 SDI, een extra kleine turboloze diesel met 60 pk. Als je de airco aanzette, remde je af op de motor bij wijze van spreken. Later kwam er een nog een 1.4 TDI driecilinder diesel. Een 3L-concept werd op de IAA wel getoond, maar haalde het productiestadium niet. Leuk weetje, de Seat Arosa is door dezelfde persoon ontworpen die ook de Bugatti Veyron tekende.

Volkswagen Lupo 3L (6X)

1999 – 2005

Kijk, het idee van Ferdinand Piëch was om een ‘3 Liter’-auto te maken. Een slimme auto met veel ruimte en aerodynamisch koetswerk. Inderdaad, dat werd de Audi A2. Maar toen Ferdinand hoorde dat Renault óók met een 3 liter auto bezig was (op basis van de nieuwe Clio), besloot Piëch dat Volkswagen eerder moest zijn.

Men pakte een Lupo en paste deze op een aantal punten aan. De Lupo 3L lag lager, was voorzien van ultralichte wieltjes en een andere achterklep. De motor was een 1.2 met gerobotiseerde bak. En verrek, de Volkswagen was eerder dan Renault met een 3 liter auto. Volkswagen had het ook niet begrepen, want de Clio in kwestie was een Clio met een 3 liter V6 en achterwielaandrijving. De ultieme vrekkenauto bestaat dus enkel en alleen vanwege een Renault Clio V6…

Peugeot 106 1.5 XTD

1993-2003

De 1.9 diesel is een legendarische motor in de 206. De legende wil dat je met één 1.9 D blok ongeveer 2 tot 3 206’en kan slijten. In de 106 was deze motor niet te vinden, nee, de 106 kreeg een extra kleine 1.5. Deze motor had een kleine cilinderinhoud, geen directe injectie, geen turbo: gewoon helemaal niets. Let op: de XTd is een XT met dieselmotor, geen X met turbodiesel. Je bent niet de eerste daar in trapt.

Op een goede dag moet het blok ooit 58 geleverd hebben. Maar een turboloze diesel is zo futloos en klinkt zo rauw, dat je geen toeren durft te maken. Volgens Peugeot moest je 1 op 18,9 halen. Echter, dat kon nog veel beter. Gewoon een kwestie van de banden nog harder oppompen, nog beter anticiperen en nog langzamer rijden. Met een beetje je best doen kon je 1 op 23 halen.

Renault Twingo dCi

2007 – 2014

Voor heel veel mensen was dit hun eerste leaseauto. Als je na je studie aan de slag mocht bij een groot kantoor, werd dit de voorloopauto. De Renault Twingo dCi is een raszuivere A-segment auto die je voor lange tijd kon krijgen met een dieselmotor. Opmerkelijk, want de eerste generatie van de Twingo was er enkel met een 1.2 benzinemotor.

In vergelijking met de 1.2 TDI driecilinder van VW was de 1.5 viercilinder van Renault een verademing. Een veel betere laufkultur en koppelafgifte. In de kleine lichte Twingo voelde de motor ook best potent aan (zeker nadat bleek dat je het blok eenvoudig kon chippen naar 130 pk). Deze motor werd uiteindelijk tot 2014 geleverd, waarbij het de meest recente S-segment diesel is.

Smart City Coupe diesel (450)

1998-2004

Waarom zou je jezelf dit aandoen? Nou, omdat zo’n Smart stiekem best grappig rijdt, extreem zuinig is en typisch Europees is. Er was zelfs een cabrio-versie voor de persoon die graag ging zonnen in een dieselwalm. Ook stond er achterop ‘CDI’, net als bij de dikke Mercedessen met deze moderne vorm van commonrail-inspuiting. Het blokje pompte er bij 4.200 toeren maar liefst, eh, 42 pk uit! Het koppel was zo gargantuesk dat je drie cijfers nodig had om het te omschrijven: 100 Nm.

Zonder gekheid, het autootje woog net 700 kilogram, dus je had ook geen grote motor nodig. Of een grote tank. Er ging namelijk 22 liter in, ongeveer net zoveel als het ruitenwisservloeistof reservoir van jouw crossover. Ondanks dat kleine tankje kon je met een beetje anticiperen gewoon 700 km halen op één verse lading satansap. En vergeet niet dat in deze periode de diesel nog echt een goedkope brandstof is.

Toyota iQ D4-D (KGJ10)

2009 – 2010

De Toyota iQ is al een maf ding. Natuurlijk, de connotatie met de Aston Martin Cygnet is snel gelegd. Maar de iQ was op zichzelf best een geinige en slimme auto. Bij de introductie van de kleine stadsauto in 2009 werd er meteen deze 1.4 D-4D voorgesteld, naast de 1.0 en 1.3 VVT-i-motoren. De 1.4 diesel was zelfs goed voor 90 pk en 190 Nm.

Met name door dat laatste voelde het autotootje rap aan: van 0-100 km/u sprinten kon in 10,7 seconden. Op een volle tank kon je met gemak 800 km halen. Je moet je afvragen of dat een fijne bezigheid is als de spoorbreedte bijkans groter is dan de wielbasis. Toyota zag in dat ze een enorme fout hadden gemaakt en ze schrapten het model amper een jaar later alweer.

Kia Picanto 1.1 CRDi (SA)

2005 – 2010

Als een fabrikant speciaal een klein motortje moet maken, dan weet je dat je in een echte vrekkenauto zit. De Kia Picanto is zo ontzettend verstandig dat je er melig van wordt. Onder de kap ligt namelijk een 1.1 CRDI motor. Voor de badgesnobs, dat is wel naar beneden afgerond, want de driepitter heeft 1.120 cc. Qua vermogen van 75 pk is het niet eens zo’n heel verkeerd blokje.

Nee, het was de extreem rauwe loop. Alsof je 75 kilogram aan botten aan het vergruizelen was in een botte hakselaar. Ondanks een piepklein tankje van slechts 35 liter kon je toch meer dan 750 km halen. Niet dat je dat wilde met deze rijdende barkruk, maar het kon wel. Ook handig: een Picanto had altijd vijf deuren. En hiermee had Kia de ‘edge’ over Hyundai. Er was immers geen Atos diesel.

Citroen C1 HDI

2006 – 2008

Het voordeel van een klein stadsautootje is dat je ook met een benzinemotor een laag verbruik kunt realiseren. De Citroen C1 is zo’n auto. De 1.0 benzine deed 1 op 21, voldoende zuinig. Met de Citroen C1 HDI kon je zelfs 1 op 25 halen en zelfs 1 op 30 als je op eieren ging rijden. De vraag is alleen waarom je dat in hemelsnaam zou doen. De C1 koste destijds zo’n 10 mille met benzinemotor, de diesel was dik 4 mille duurder.

Je moest dus echt heel erg veel kilometers rijden om dat verschil eruit te halen. En als je dan zó veel kilometers maakt, is het dan wel ‘verstandig’ om in een C1 te rijden? Citroën zag dat ook in en schrapte dit motortje al na 1 jaar uit het gamma. Een heerlijk obscuur autootje waar je verder niet zo veel mee kan, dan alleen een kort stukje erover te schrijven. Wel een voordeel: de C1 HDI was altijd een vijfdeurs.

Fiat Panda 1.3 JTD (169)

2004 – 2010

Wederom eentje in de categorie ‘je moet echt geen haast hebben’ is daar de Fiat Panda. De eerste generatie was er nooit met een dieselmotor, maar in de tweede generatie was dat wel mogelijk. Om heel eerlijk te zijn waren dit best fijne blokjes voor hun soort. De viercilinder van Fiat diesel is klein, maar voorzien van turbo en commonrail-injectie. Een prima motortje eigenlijk.

Alleen is het natuurlijk de vraag of je dit ook wel moet willen. Je zit een beetje rechtop, ‘op de bok’ in een Panda. En dan heb je een motortype waar je alleen baat bij hebt als je echt veel kilometers maakt. Een Punto met deze motor was dan ook veel verstandiger. Dat gebeurde dan ook, want dat model was niet aan te slepen.

Ford Ka 1.3 TDCI (RU8)

2008 – 2010

De eerste generatie Ford Ka stond bekend om het gebruik van een stokoude viercilinder benzinemotor. Het ding had nog net geen zijkleppen en een carburateur. De tweede generatie was er met een klein dieseltje. Het is de enige Ford met een 1.3 diesel.

Hoe dat zit? Nou, Ford en Fiat werkten innig samen met het kleine autootje. De Ford Ka staat op het platform van de Fiat 500, maar heeft wel zijn eigen afstemming van de ophanging. De motor is de 1.3 MultiJet van Fiat. Nog altijd het rijdende equivalent van thuis gesmeerde boterhammen eten in de bioscoop (ja, die mensen bestaan dus).

BONUS: Chevrolet Spark BiFuel (M300)

2010 – 2012

Toegegeven, deze Chevrolet heeft geen diesel, maar desalniettemin is dit echt de ultieme vrekkenmobiel. Een Zuid-Koreaanse A-segment auto mét LPG. Hoe graag wil je niet met iemand uit eten die vrijwillig zo’n auto uitkiest? De Spark heeft namelijk niets dat het leven kleur of glans geeft.

Het is niet vooruit te fikken, het reed behoorlijk beroerd en met LPG was ‘ie nog ietsje trager. Maar de motorrijtuigenbelasting was erg laag, de verzekeringspremie was dermate laag dat je bijna geld toe kreeg en de prijs voor een liter gas was destijds twee kwartjes.

Meer lezen? Dit zijn 11 twaalfcilinders met handbak!

Dit artikel Autoblog top 10: dit zijn de ultieme vrekkenmobielen verscheen eerst op Autoblog.nl.