Het budgetbroertje van Renault heeft een grote Sjaak voor weinig.

‘Het belangrijkste schip van een oorlogsvloot, grootste schip van een rederij, of figuurlijk een pronkstuk, paradepaardje.’ Dat is wat volgens de Dikke Van Dale, de betekenis van het woord ‘vlaggenschip’. Maar wat als je het beste van het beste bent van een merk dat de focus heeft op betaalbaarheid? Is zo’n term dan wel terecht? Daar komen we achter bij de Dacia Bigster.

Dacia zit lekker in de wedstrijd. Er is een nieuwe ontwerptaal voor de bekende Spring en Duster en het merk doet zeer verdienstelijk mee aan de rallysport. Maar een echte topper was er nog niet. Tot nu.

Grote auto, of toch niet?

Zoals zijn naam al doet vermoeden, gaat de Dacia Bigster helemaal mee met de hype van de grote auto’s. Hij is ruim 4,5 meter lang, 1,81 meter breed en 1,71 meter hoog. Echter, zet hem naast een écht grote auto (zoals een Toyota Land Cruiser) en je ziet dat het qua proporties wel meevalt.

De Bigster is wel groot genoeg om de passagiers op de achterbank te voorzien van genoeg beenruimte, maar ook als je naar de bouwmarkt gaat is de Bigster een prettige metgezel. De lange laadruimte biedt plaats aan 612 liter. Laat de achterbank naar beneden klappen en je hebt zelfs 1.912 liter bagageruimte.

Vanbuiten herken je natuurlijk de nieuwe Duster in de Bigster terug. En dat is helemaal niet erg. De nieuwe ontwerptaal is een treffende weerspiegeling van de robuuste identiteit van Dacia. Harde plastic-onderdelen? Ja, maar wel met een reden. Het enige wat een beetje afbreuk doet aan dat ruige karakter, zijn de wielen. Bekijk de Bigster van achteren en het valt je op dat de bandjes wel heul dun zijn. Het zal best gunstig zijn voor het verbruik, maar een maatje breder was geen overbodige luxe geweest.

Verder komt het Dacia-logo meermaals op een geinige manier terug, zoals in de verlichting en de optionele velgen á € 400. Mocht je overigens nu al verkocht zijn en in de configurator duiken: leg alsjeblieft € 700 bij voor de kleur ‘bleu indigo RRQ’. In het zonnetje glinstert de tint op prachtige wijze. De wat groenere vert cèdre DQK mag ook van mij, zolang je maar niet voor de standaard dakpanoranje ‘rouge terracotta CNZ’ gaat.

Rijden met de Dacia Bigster

Die cijfers kloppen wanneer je voor dezelfde versie gaat als onze testauto, de Hybrid 155. Dit is tevens de topper van het Bigster-gamma. In het voorin ligt een 1.8 viercilinder-zestienklepper die samen met een elektromotor voor 156 pk en 172 Nm zorgt. Meer dan genoeg power voor de meeste huisvaders. De sprint naar 100 km/u duurt 9,7 seconden en de topsnelheid is 180 km/u.

Die cijfers zullen voor veel Bigster-kopers irrelevant zijn. Wat zij wel zullen merken, is de rol van de elektromotor. De Bigster komt dankzij die elektrische krachtbron prima van zijn plek. Het vervolg van de acceleratie verloopt behoorlijk anders. De viercilinder wil nogal graag secondenlang schreeuwen in een lage versnelling terwijl je je rechterpoot al wat hebt teruggetrokken.

Dat komt doordat de automatische versnellingsbak maar vier versnellingen heeft. Met wat meer verzetten, had de transmissie waarschijnlijk wat betere keuzes kunnen maken. Wellicht was de Bigster dan ook nog net wat zuiniger geweest, al valt daar ook nu niet over te klagen. Een verbruik van 1 op 20 lukt altijd wel, zelfs nog zonder ECO-stand.

Verder is het rijden in de Bigster natuurlijk niet spannend, maar wel relaxt. Je kijkt door de vooruit over de mooi ingesneden motorkap heen en kunt prima langs de A-stijlen af kijken. Ondanks de ogenschijnlijk grootte van de Dacia voelt ie op de weg niet zo aan. Ook je partner kan er dus prima meer naar buiten om een boodschapje te halen zonder het Spaans benauwd te krijgen. Moet daarvoor een hobbelig B-weggetje of een zandpad getrotseerd worden? Dan draait de Bigster daar zijn hand niet voor om. De demping is prima zoals je verwacht bij een auto die wat hoger op z’n pootjes staat.

Blijf lekker zelf rijden

Nog één puntje van kritiek voor het rijden in de Dacia Bigster: de adaptieve cruise-control. Je moet weten dat ik misbruiker ben van de cruise control. Noem me lui, maar ik pak gewoon minder graag een snelheidsboete. Je kunt in Bigster niet kiezen voor alleen cruise control. Het is altijd adaptief. Vervelend, maar kan ik mee leven.

De problemen beginnen op de snelweg, een plek waar je het systeem nog weleens wil gebruiken als je een paar duizend kilometer wilt afleggen naar je vakantiebestemming. De sensoren weten de voorliggers goed te detecteren, maar reageren er wisselend op. Een naderende file herkent hij niet waardoor de Dacia laat en hard in de ankers gaat.

Rijdt degene voor je weer, dan moet je als bestuurder, de Bigster een seintje geven dat je ook wilt vertrekken. Dat kan via een tikje op het gaspedaal of door op de RES-knop op het stuur te drukken. Het is een minimale inspanning, ik weet het, maar als je dan toch de adaptieve cruise control gebruikt, dan wil je dat ie dit ook uit zichzelf doet. Jammer.

Interieur van de Dacia Bigster

Als we het dan toch over het stuur hebben, kunnen we maar meteen doorgaan met het hele interieur. Dat zit naar verwachting in elkaar. Inderdaad, de ruimte voor de passagiers achterin is erg ruim. En dankzij de ruime kofferbak (waartoe je toegang hebt na het elektrisch openen van de achterklep) kunnen de snowboots prima mee op zomervakantie. Maar er zijn compromissen gesloten om de Bigster betaalbaar te houden.

De hoofdsteunen bijvoorbeeld. Die voelen aan als piepschuim. Je linkerelleboog steunen op de armsteun in de deur leer je zo af door het eveneens harde materiaal. Daarnaast kan de ‘You Clip’-telefoonhouder handig zijn, maar het ding wil nog weleens trillen tijdens het rijden. Irritant. Zeker omdat je je telefoon amper nodig hebt dankzij Android Auto of Apple Carplay.

Maar daar houden we op met klagen. Je weet als je dit soort auto’s koopt dat je geen schapenwollen vloermatten krijgt. Sterker nog, de stoel zelf zit naar behoren en is (net als de zetel van de bijrijder en het stuur) te verwarmen. Dat verwarmen doen deze onderdelen uitstekend. Voor verkoeling kun je in het middenconsole zijn. Naast twee ruime bekerhouders en een laadplatform voor je telefoon is er een koelvakje te vinden dat je drinken ook echt koud houdt. En dat allemaal onder het genot van veel daglicht in de auto dankzij een groot tweedelig panoramadak waarbij het voorste deel open kan. Middels een elektrisch bestuurbare wering kun je het er ook lekker donker maken.

Ik mag niet vergeten om een lans te breken voor het infotainment. Het zijn deze controls zoals in nieuwe Renaults, maar dan met een Dacia-sausje eroverheen. Het scherm reageert goed, is makkelijk te bedienen en heeft weinig moeilijke menu’s. Veel van die menu’s heb je ook niet nodig, omdat de Dacia Bigster vol zit met fysieke knoppen. Onder de ventilatieroosters in het midden regel je de verwarming/verkoeling in de auto en op het stuur de zaken om te rijden en het bestuurdersdisplay.

Links van het stuur zitten nog wat fysieke knoppen. De belangrijkste daarvan is het autootje van boven met de cirkel eromheen. Druk op deze knop en je gepersonaliseerde rijinstellingen worden geactiveerd. Kortom, het piepje voor de snelheidswaarschuwing en lane-assist zijn daarmee met één druk op de knop geëlimineerd. Wat een rust.

Dus, is de Dacia Bigster gewoon een uitgerekte Duster of een waardig vlaggenschip? Als je het mij vraagt, het tweede. Ja, er zijn compromissen gesloten om deze Bigster onder de € 40.000 te houden. Die compromissen steekt Dacia niet onder stoelen of banken. Maar dat zit ook in het karakter van het merk. Je vergeeft het hem ook nog.

Vergelijk het met het kopen van een fietslampje. Je kunt er een bestellen bij de fietsenmaker á € 30 die prachtig licht schijnt, je via een app kunt besturen en op zonne-energie werkt. Of je fietst overdag naar de Action, koopt er een voor € 0,50 met een grote aan/uitknop erbovenop en neemt genoegen met minder wit licht, maar nog steeds een degelijk lampje. En dan is die goedkope lamp ook nog eens net zo groot, zo niet groter.

Dit artikel Dacia Bigster: waardig vlaggenschip of uitgerekte Duster? #test verscheen eerst op Autoblog.nl.