In deel 2 van ‘rebadges in beeld’ pakken we één van de grootste tegenhangers van General Motors erbij: Chrysler. Of Diamond Star. Of Fiat Chrysler. Of Stellantis. Snap je?

Vorige week nam ondergetekende met jullie de wondere wereld van alle GM-rebadges door. Vooral dankzij de wil van GM om in Europa groot te worden, wat los van Opel eigenlijk nooit lukte, kwamen er nogal bizarre modellen overal ter wereld terecht.

Rebadge

In theorie is een rebadge namelijk perfect. Kost niks, voelt voor de koper minder vreemd aan dan een raar logo en kan ervoor zorgen dat je onverwacht succes pakt. Met terugwerkende kracht lijken rebadges echter een vreemde manier om een merk lekker te maken in een markt die er niet op zit te wachten. Ook Chrysler had daar een handje van. Laten we dus eens de beerput openen om te zien wat Chrysler allemaal voor vreemde samenwerkingen en modellen heeft gehad.

Disclaimers

Zoals bij GM pakken we de gekozen modellen op alfabetische volgorde erbij en pakken we dus alleen modellen waarbij sprake van een fusie of samenwerking met Chrysler was. We kunnen hier dus weer Lancia als FCA-merk erbij pakken om de Saab 600 dit keer wél te benoemen, maar dat heeft niks te maken met Chrysler als GM-rivaal. Succes of gebrek daaraan maakt niet uit, de gekozen modellen zijn vooral gericht op de wellicht meest onverwachte samenwerkingspartner of die met de vreemdste/bizarste verhalen. Goed, laten we er maar gewoon in duiken.

Chrysler Delta

Het is eigenlijk nog helemaal niet zo gek lang geleden dat Lancia gewoon nog leuke auto’s maakte. De Thesis is op zijn eigen manier erg spraakmakend, de Delta op Bravo-basis was eigenlijk een prima auto en de Ypsilon, een vijfdeurs Fiat 500, doet het nog prima. Wij kregen die modellen, net zoals in Italië, als Lancia Delta en Lancia Ypsilon.

In het Verenigd Koninkrijk was Lancia echter al een tijdje op non-actief gesteld omdat het merk het niet meer de moeite waard vond om rechtsgestuurde auto’s te verkopen. Chrysler, wat toen nog niet FCA was maar al wel een samenwerking had met Fiat en dus Lancia, vond het VK echter wel belangrijk. De oplossing kwam in de vorm van de Chrysler Delta. Chrysler ging gewoon onder hun eigen naam rechtsgestuurde auto’s verkopen in Engeland en gebruikte daarvoor Lancia’s met een Chrysler-logo. Er kwam later ook nog een Chrysler Ypsilon. Werkte het? Nee. Beide auto’s zijn een absolute zeldzaamheid in het Verenigd Koninkrijk. Had Lancia toch gelijk, al is Chrysler wel een beter merk om dit soort financiële verliezen te pakken dan Lancia, zo bleek later.

Chrysler Neon

Zoals bij GM ook wel duidelijk werd, ‘normale’ auto’s in de jaren ’90 waren niet fantastisch. Met gekke designs en pogingen tot een soort futuristische insteek werd de koper gepaaid om een in basis vrij oud aandoende auto te kopen. Chrysler deed vrolijk mee met auto’s als de Dodge Intrepid en de toch wel succesvolle Chrysler Sebring, daarover later meer. In de lagere klassen vond je de Dodge Neon. En zoals wij hem kennen, de Chrysler Neon. Al kenden ze hem in de VS ook als Chrysler en zelfs als Plymouth.

Wij kregen dus de Chrysler Neon in beide generaties, wat voor Amerikaanse standaarden een erg Europese auto was. Hij was er enkel met een 1.6 zestienklepper (115 pk) of 2.0 zestienklepper (133 pk), met voorwielaandrijving. Relatief betaalbaar, paar opties en een aardig bijzonder design.

Echt een hele speciale auto voor liefhebbers was het echter niet, mede omdat de flink gepeperde Neon SRT-4 in de VS bleef. Chrysler had er overigens een handje van om Amerikaanse auto’s hier als Chrysler te verkopen, zo mocht je in Europa de Viper kopen als Chrysler Viper.

Wat betreft de Neon, die verliet ons weer in 2003 en daarmee de compacte Chrysler an sich. Toch kwam de Neon als Dodge in plaatselijke markten weer terug in 2015. Maar dan niet als unieke Chrysler-sedan, maar een rebadge van de Fiat Tipo naar Dodge Neon. Deze werd vooral bedoeld voor groeimarkten als Mexico.

Dit model had zelfs een voorganger in de vorm van de Dodge Forza, een gerebadgede Fiat Albea. Die laatste hebben wij dan weer gekend als Fiat Palio Weekend, ware het niet dat de Albea (en dus de Forza) een sedan was.

Dodge Attitude

Perfect bruggetje naar de sloot van verschillende goedkope sedans die Dodge als rebadge heeft verkocht. Op papier lijkt Dodge hét merk van Chrysler te zijn. Over de gehele historie van de samenwerking tussen Chrysler en Dodge was het altijd Dodge die de coolste auto’s kreeg, denk maar aan alle SRT-modellen waaronder de Viper. Toch is deze lijst, waar rebadges zo lui dat ze wel van financieel slecht weer móéten getuigen de boventoon voeren, veelal gevuld met Dodges. Dat lijkt de strategie: meestal zijn deze modellen voor groeimarkten en dan is het best slim dat je Dodge een beetje kan marketen met zowel betaalbare als leuke auto’s.

Neem de Dodge Attitude, bedoeld voor de Mexicaanse markt. Deze heeft drie gedaantes gekend en geen één ervan probeert ook maar een Dodge te zijn. Het meest recent nog was het een Mitsubishi Attrage, een kleine sedan. Belgen kennen dat model, wij moesten het doen met de hatchbackversie (Space Star). Plak er de iconische Dodge-grille voorop en je hebt een Dodge Attitude. Geinig om Mitsubishi erbij te pakken als partner terwijl DSM al jaren ontbonden is. Oeps, spoilers!

In 2006 was er al een Dodge Attitude en dat was ook geen Dodge, maar een Hyundai. Je moet wel lef tonen om vertrouwen te leggen in het toen nog aardig karige Hyundai. De Hyundai Accent werd de eerste generatie Dodge Attitude.

Dat model deed het kennelijk goed genoeg om in 2011 de fonkelnieuwe Accent ook weer als Dodge te mogen verkopen. Grappig genoeg is de enige persfoto die we kunnen vinden eentje waar het Hyundai-logo achterop staat én Dodge Attitude. We weten oprecht niet of dit zo hoort om kosten te besparen of dat het pure fotoshop-luiheid is en het ergste is misschien nog wel dat we niet weten wat erger is.

Trazo
Nu we het toch hebben over goedkope sedannetjes voor groeimarkten met een ‘Dodge-logo’: de Attitude was niet de enige. In Zuid-Amerika wilde Dodge kijken of dit werkte: de Trazo. Officieel was de naam wel ‘Dodge Trazo’, maar er zit geen Dodge-logo op. Dit is waaraan je een écht wanhopige rebadge herkent: de Dodge-ram (het logo dan) vereiste een nieuwe grille, dus werd er een Trazo-logo ontwikkeld dat precies de vorm heeft van het Nissan-logo. Achterop hetzelfde, met een ‘Trazo, by Dodge’ typeplaatje.

De Trazo was dan ook geen Hyundai of Mitsubishi, maar een Nissan, een merk waarmee Dodge behalve dit model niet mee samen heeft gewerkt. De kenner heeft de Trazo dan ook al herkend als Nissan Versa Sedan. Deze sedan/hatchback maakte in de VS al furore als goedkope Nissan en dat zou Dodge’s visitekaartje moeten worden voor Zuid-Amerika, met een onbekend logo en geen enkele Dodge-eigenschap.

Dodge EV Concept

Er is zelfs overlap tussen GM en Dodge op een manier, al vinden wij het vooral leuk dat er ook nog daadwerkelijk een sportwagen in deze lijst staat. Je kunt FCA betichten van de smerigste rebadges: de Charger, Challenger, Viper en dergelijken zijn altijd echt uniek geweest voor Dodge, Jeep en Chrysler. We dwalen af. De Dodge EV Concept was (bijna) een badge-geëngineerde sportwagen.

Op basis van, en hier is de overlap met GM, de Lotus Europa! GM mag dan Lotus geholpen hebben in ruil voor hun platform, eigenlijk had GM niks te zeggen over dat platform. Iedereen mocht er dus mee aan de haal en zelfs Dodge deed dat. Grappig genoeg op exact dezelfde manier waarop Tesla is doorgebroken.

De basis van de Lotus Europa werd namelijk gebruikt voor een EV-sportauto. Specs waren best oké voor 2009: 272 pk, vijf seconden naar de 100, net geen 200 km/u en met erg veel geluk zo’n 320 km rijbereik. Zoals bijna elke EV des tijds: vooral laden (en laadtijd) nekten een auto als de Dodge EV in de omgang. Tesla durfde het dus gewoon, Dodge niet.

Dodge Hornet

Wederom moeten we het Dodge nageven dat de belangrijkste markten van het merk vaak gewoon goede, eigen auto’s krijgen. Behalve de recente Hornet dan. Dodge heeft momenteel een gamma dat, eh, aan vernieuwing toe is. De Charger, Challenger en Durango zijn alle drie op stokoude basis en worden dan ook binnenkort uit productie gehaald. Om in de VS toch nog iets te kunnen verkopen wanneer dat gebeurt, is de Hornet ‘ontwikkeld’.

Een prima ogende auto in een competitief segment: er is niks mis mee. Een Dodge is het echter niet. Het is in de meest simpele vorm van het woord een rebadge van de Alfa Romeo Tonale. Nou is op zich een Dodge met marketing als ‘Alfa Romeo-onderstel’ helemaal geen gek idee, als je het bij een coupé met Busso V6 zou doen. Bij de minst Alfa-esque Alfa sinds lange tijd krijg je bijna het gevoel dat de Alfa de rebadge is van de Dodge: andersom is eigenlijk wel heel pijnlijk. De naam Hornet had Dodge overigens al jaren op de plank liggen dankzij een sportieve crossover-hatchback waarvan veel elementen later in de Dodge Nitro in productie gegaan zijn.

Dodge Journey

De Journey kent twee bizarre rebadge-verhalen. De eerste generatie Journey was namelijk in eerste instantie een Dodge. Een middelgrote SUV die in Amerika lekker Joe average was en in Nederland op de Caliber na de best verkochte Dodge was (wat meer over Dodge dan de Journey zegt).

In Italië was de Journey de auto-equivalent van een marinara meatball sub. De Fiat Freemont, zoals de Journey aldaar werd genoemd, was een manier om Italianen lekker te maken met een dikke SUV van Fiat, zonder dat er ook maar iets Fiat-eigens in te vinden was. Met de Fiat Freemont aardig populair als politieauto, lijkt de Freemont bijna enkel gekomen te zijn zodat de politie lekker dik Amerikaans te rijden mét een Fiat badge. Met Marchionne toen nog als topman niet eens zo vergezocht als je wellicht denkt. *zet aluminiumfolie hoedje op*. Zonder een heel apart kopje te maken van de Mitsubishi L200 die als Fiat Fullback naar Italië en Europa kwam: hetzelfde verhaal.

De Dodge Journey kent echter een tweede generatie en ook al is het design wat inwisselbaar: het is een beduidend modernere auto dan die eerste generatie. Blits!

Maar het is geen Dodge. De Dodge Journey kwam naar Mexico om verkocht te worden als rebadge van de Trumpchi GS5. Dat is inderdaad een Chinese SUV en wel eentje met een inwisselbaar design, wat ze dus inwisselden bij Dodge. Oh, FCA.

Dodge Sprinter/RAM ProMaster

Nog één Dodge dan. We moeten het even hebben over politiek. Nee, we gaan je niet vragen of je volgende week op Pieter Omtzigt gaat stemmen, de Amerikaanse politiek. En wel de kippenwet, of chicken tax. Lees vooral even het zeer uitgebreide epos van collega Jaap hierover, dan snap je het helemaal. Wat je voor nu even moet begrijpen: deze wet stamt uit de jaren ’60 omdat Europa het fokken van kippen binnen Europa wilde stimuleren en dus importkippen extreem duur maakte met importheffingen. Lyndon B. Johnson die toen als president zat in de VS pikte (har-har) dat niet en introduceerde dergelijke heffingen voor artikelen die Europa aanleverden naar de VS. Eén van die dingen was bedrijfswagens. Hoe de balans zit tussen kippen en diens heffingen anno 2023 is niet duidelijk, wel is de chicken tax nog steeds van kracht in de VS. Er is één manier om Europese bestelwagens naar de VS te krijgen. Pak een Europese bedrijfswagen, zorg dat ‘ie gebouwd wordt in de VS. Een paar merken kozen daarvoor, Dodge zelfs twee keer. Van de nood een deugd maken deed Dodge door hun eigen logo te plakken op de in de VS te bouwen bussen als Dodge neer te zetten, hun eigen bussen waren namelijk oud aan het worden.

Dat werden in 2001 de Dodge Sprinter en Freightliner Sprinter. Toen Chrysler even geen DSM- en FCA-allianties had, is er nog een tijdje de samenwerking DaimlerChrysler geweest. Behalve oude platforms en kleine onderdelen zijn er geen rebadge-Mercedessen geweest (de eerste Pacifica/R-Klasse en Crossfire/SLK tellen we even niet mee), behalve de Sprinter. Ofwel de Dodge-grille ofwel de Freightliner-grille sierde de voorkant van de Sprinter op, verder bleef ‘ie identiek.

Dodge deed dit dunnetjes over met de RAM ProMaster-modellen. Die volgen de Dodge Sprinter dan weer op, maar zijn gebaseerd op de Fiat Ducato. Waarom zo duidelijk de Ducato en niet de Boxer/Jumper? Omdat de kleinere RAM ProMaster duidelijk een Fiat Doblò is. De stap om Europese bussen in te zetten in de VS is logischer dan het klinkt: de Ford Transit is immers tegenwoordig ook voor beide continenten identiek. Het is goedkoper en bedrijven kopen ze toch wel.

Eagle Talon

Een reden dat er momenteel zo’n explosie van merken binnen Stellantis is, is omdat in tegenstelling tot GM Chrysler eigenlijk maar twee automerken echt failliet heeft verklaard. Die ene was Plymouth, een beetje het Pontiac van Chrysler. Ook Plymouth eindigde met een groot aantal rebadges en maar weinig echt unieke modellen, behalve op het laatst de Prowler.

Het andere merk was Eagle, wat je een beetje kunt vergelijken met Geo van GM. Voor dit merk moeten we het even hebben over Diamond Star Motors (DSM). Dat was de joint venture tussen Chrysler (en dus Plymouth en Dodge) en Mitsubishi, waar laatstgenoemde voet aan wal wilde zetten in de VS. Diamond Star komt dan ook van de drie diamanten die het logo van Mitsubishi vormen en de ster uit het logo van Chrysler. Het resultaat was een sloot rebadges, vooral tussen Mitsubishi en Plymouth, en zelfs een heel nieuw merk dus. Eagle kun je kennen van de Summit, een gerebadgede Colt en de ietwat bizarre Eagle Summit Wagon die wij kennen als Mitsubishi Space Runner en de VS als Eagle en Plymouth Colt Vista.

Er is echter één auto die de DSM-samenwerking zo op de kaart heeft gezet dat het veelal ’the DSM’ wordt genoemd. Dat is de drie-eenheid sportauto’s die DSM uitbracht: de Plymouth Laser, Mitsubishi Eclipse en Eagle Talon. Het platform was samen ontwikkeld, de motoren kwamen van Mitsubishi. Zo lag er voorin dit drietal optioneel een 4G63(T), de viercilinder die je kunt kennen van de Lancer Evo. Kan je als merk dat maar een decennium heeft bestaan toch zeggen dat je een sportauto hebt verkocht.

Sterker nog: er kwam een tweede generatie Eagle Talon op basis van de tweede Eclipse, maar daar kwam geen Plymouth-versie van. Deze hield het vol tot en met 1998, toen Chrysler de stekker trok uit Eagle. Sterker nog: vanaf die tijd werd de hele stekker uit DSM getrokken omdat Mitsubishi nu zo goed boerde dat ze de hele toko overnamen. DSM werd Mitsubishi Motor Manufacturing of America en Chrysler ging vanaf toen samenwerken met Daimler.

Eagle Medallion

We willen toch nog één model van Eagle in de mix gooien. Er is nog wat keuze. Zo was er de Vision, de Eagle-versie van het LH-platform, waar je auto’s als de Chrysler Concorde, New Yorker, 300M en Dodge Intrepid van kan kennen. Maar we moeten het even hebben over de Eagle Medallion. Deze deelt namelijk bijna alles met de… Renault 21.

Dat klinkt wellicht vreemder dan het is. Een verhaal waarmee je ook een gigantische wereld van zijpaadjes opent is de poging van Renault om toe te treden naar de Amerikaanse markt. Renault ging namelijk een samenwerking aan met AMC om in ieder geval de marketing te hebben voor een potent merk voor de VS. Zoals gezegd: als je een basis hebt liggen die je met een andere badge makkelijk in de markt kan zetten, waarom niet? Chrysler kocht de aandelen van Renault in AMC op om hun auto’s op eigen kracht te kunnen marketen. De Medallion was een manier voor Chrysler om voor Eagle een middenklasse sedan te krijgen. Overigens heette de Amerikaanse versie van de 21 ook Renault Medallion en die verschilt qua styling een klein beetje van de Europese 21, dus die naam komt niet uit de lucht vallen.

Een succes was het niet, maar dat was het hele Amerikaanse avontuur van Renault eigenlijk niet.

Fiat Viaggio

We hadden het al even over de reeks Dodge-sedans die kwamen op basis van een Fiat-sedan, andersom is echter ook gebeurd. De Fiat Viaggio is ontwikkeld in de joint venture tussen Fiat en Nanjing Automobile Group, in China. In China zijn sedans heilig en naast de kleine in Turkije gebouwde Linea had Fiat die niet echt.

Enter de Viaggio. Als Europeaan is dit eigenlijk helemaal geen verkeerd model. Een flinke sedan met best wel Fiat-achtige lijnen, perfect voor de Chinese markt. Als Amerikaan weet je echter al vrij snel welke auto dit is. Het is namelijk een Fiat-logo op een Dodge Dart. Dat Dodge na de succesvolle reïncarnatie van de Charger en Challenger de naam Dart zo te grabbel gooit is jammer, maar de Dart op zich is geen verkeerde auto. Hij deelt zijn platform overigens met de Alfa Romeo Giulietta, waarmee de Viaggio ook een soort Giulietta sedan is.

En er kwam ook nog eens een Viaggio hatchback genaamd Ottimo, zelfs nog als crossover-esque Cross uitvoering. Nog een leuk feitje: deze Ottimo in het specifiek de hatchback, is exclusief voor Fiat gebleven en daarom ontworpen door Fiat-designer Roberto Giolito, bekend van de Multipla.

GAZ Volga Siber

We trekken de fluwelen handschoentjes even aan, want we moeten het hebben over Rusland. Als we de Russische autohistorie erbij pakken, kunnen we concluderen dat maar weinig plaatselijk gebouwde automodellen echt van een goede economie getuigen.

Neem de bloedlijn van de GAZ “Volga”. Die naam gaf Gorkovsky Avtomobilny Zavod aan de GAZ 21 in 1956. Dat was een middenklasse sedan die in Communistische sferen toch wel voor een beetje een imago stond. Het probleem is dat dat imago veelal wordt versterkt door een Westerse auto waar elke generatie Volga op lijkt, maar dan 10 jaar eerder. De GAZ 24-10 Volga is een mooie auto met designelementen uit de late jaren ’60, maar dan nieuw verkocht tot en met 1985.

Dat plaagde de GAZ Volga eigenlijk altijd. De in 1992 gelanceerde 31029 lijkt ook weer minstens tien jaar ouder dan ‘ie is. De opvolger, de 3110 in 1996, was eigenlijk een kleine facelift. Sterker nog: de 31105, een ‘modernisering’ van de Volga die van 2004 tot en met 2009 werd verkocht, stamt dus eigenlijk uit 1992 en die basis was toen al verouderd. Niet best.

Hulp was nodig en dat kreeg GAZ van Chrysler. In 2008 mocht er een gloednieuwe Volga gebouwd worden en dat werd de Volga Siber. Klein probleempje: de auto had hetzelfde probleem als de 31105 Volga. Chrysler bood namelijk het JR41-platform uit 2000 aan, waar we de Chrysler Sebring en Dodge Stratus van kennen. Wat weer een doorontwikkeling was van het JA-platform uit 1995. Deze gloednieuwe Volga Siber uit 2008 had dus een basis uit 1995. Toegegeven, vergeleken met de meest recente 31105 is het een ufo, maar jaren zijn jaren.

Niet alleen flopte de Volga Siber gigantisch, uiteindelijk is ‘ie uit de prijslijsten gehaald in hetzelfde jaar als de 31105 Volga. Tot zo ver Chrysler hun carrière als helpende hand voor Rusland.

Mitsubishi 3000GT/GTO

Door de kracht van het alfabet komen we nog één keer terug op DSM. Na het behandelen van de Mitsubishi-Chrysler alliantie was je misschien verbaasd dat we de gaafste DSM-auto vergeten zijn. Bij deze pakken we hem erbij. De Mitsubishi 3000GT (Europa en VS) of GTO (Japan).

Dat was eigenlijk Mitsubishi haar duit in het zakje in de hype van sportwagens in de jaren ’90, het alternatief voor een RX-7, Supra of Skyline zeg maar. Mitsubishi deed dan ook de motoren en het onderstel. De motor was de Mitsubishi “Cyclone” 6G72 V6 (SOHC of DOHC) met in de dikste versie twee turbo’s, wat 324 pk opleverde. In de basis was de 3000GT voorwielaangedreven, maar optioneel was 4WD beschikbaar.

Waarom het dan een perfecte Chrysler-rebadge is? De 3000GT is gestyled door Chrysler en daarna als Dodge Stealth naar de Amerikaanse markt gebracht. Mechanisch verschilde de Stealth niet van de 3000GT, optisch kun je de twee goed onderscheiden. Beide auto’s drogen aardig op, wij denken zelfs dat de Stealth nog het beste opdroogt van de twee. De topversie van de Stealth met de twin turbo V6 en 324 pk heette R/T. Aangezien de Stealth een soort Camaro/Firebird rivaal lijkt, was het niet hebben van een V8 nog best een dingetje.

De Japans-Amerikaanse samenwerking was op meerdere manieren een dingetje. Zowel de 3000GT als Stealth werden in Japan gebouwd. In 1991 zou Dodge ter promotie de Stealth inzetten als Indy 500-pace car. Dat werd geblokkeerd door industriewerkers die vonden dat een Amerikaans feestje als de Indy 500 niet een importproduct moesten verheerlijken. Dodge koos halsoverkop voor een Viper als Pace Car, die toen enkel nog als prototype bestond. Een goede promotie dus voor de Viper, de Stealth kreeg een rol als backup en heeft niet veel publiciteit gekregen. Blijkt die naam ineens zeer bijpassend te zijn.

Talbot Horizon

Zoals gezegd is de expansie naar de VS de Franse merken nooit echt gelukt. Het is wel geprobeerd en als je goed kijkt zijn ze er meer dan je denkt. De historie is nogal vreemd.

Chrysler was namelijk al een tijdje in het bezit van Simca. De VS had dankzij alle crises behoefte aan compactere, zuinigere auto’s voor de massa en Simca kon een opvolger voor hun daterende 1100 hatchback goed gebruiken. Er werd een compacte voorwielaangedreven hatchback ontwikkeld door Chrysler Europe om aldaar als Simca Horizon te verkopen en naar Amerika te halen. Tenminste, in Frankrijk werd de auto geïntroduceerd als Simca in 1978 en in de rest van Europa als Chrysler Horizon.

Totdat Chrysler merkte dat ze niet zo goed boerden in Europa en hetzelfde jaar nog werd Chrysler Europa gekocht door PSA. Die maakten dankbaar gebruik van de Horizon, maar dan wel onder de naam Talbot. Een merk dat het vanaf dat punt nog zeven jaar zou volhouden, met de kennis van nu. De Talbot Horizon was veelbelovend, maar heeft Talbot niet kunnen redden.

De Horizon werd naar de VS gehaald en verkocht als Plymouth Horizon en Dodge Omni. De ontvangst was zoals je verwacht van een voorwielaangedreven hatchback van Dodge. Maar goed, goedkoop was ‘ie wel, dus de echt wanhopige mensen werden in barre tijden wel bediend met een zuinige en goedkope auto. De motor was ofwel een 1.6 liter viercilinder van Simca ofwel een 1.7 liter viercilinder van Volkswagen, met wie Chrysler ook nog een motorendeal had.

Kan je de Dodge Omni ook nog leuk maken? Er waren een paar pogingen. Zo kwam er een driedeurs coupé-versie genaamd Omni 024 op dezelfde basis. In 1981 noemde Dodge diezelfde auto “Charger”. Ja, dat was toen een voorwielaangedreven coupé waar je van geluk mocht spreken dat je een V6 kreeg. Daar kwam een Shelby-versie van. Ook al associeer je Shelby bijna altijd met Ford, in de jaren ’80 deed Shelby dingen voor Dodge. Waaronder ook een hete hatchback op basis van de Omni.

De Shelby Omni GLH-S was een gepeperde Omni met dus Shelby-genen. Voor deze speciale hatchback werd gebruik gemaakt van een 2.2 liter viercilinder met turbo. Goed voor ‘slechts’ 175 pk, maar we hebben het dan wel over een door de crisis getroffen VS in 1986. GLH staat trouwens voor Goes Like Hell en GLH-S voor Goes Like Hell S’More (afkorting van some more). In je achterhoofd houdend dat de basis een Franse hatchback was, moet je Shelby toch nageven dat de Omni alle hokjes van een geflipt Amerikaans sportmodel aanvinkt.

Volkswagen Routan/Lancia Voyager

Als laatste willen we toch de Volkswagen Routan niet onbenoemd laten. Het resultaat van de T en R van Touran omdraaien is eigenlijk een wat vreemde VW-Chrysler fusie voor de VS. Volkswagen wilde namelijk een retepopulaire minivan aan het gamma toevoegen in de VS en Sharan was te Europees. Dus werd gekozen voor een Amerikaanse basis en welke kun je beter kiezen dan de oersoep van de minivan: de Dodge Caravan.

Begonnen als Chrysler/Plymouth Voyager en Dodge Caravan, startte Dodge een heel nieuw segment. Praktische personenbusjes voor de hele familie. Met de Voyager was Chrysler zelfs in Europa aardig populair. De Voyager was dus eigenlijk al een staaltje badge-engineering, daar in de VS de Voyager als Dodge Caravan werd verkocht.

Nou we het daar toch over hebben, de grootste Voyager (bij ons Grand Voyager) heette in de VS Town & Country. In de VS verviel de naam Voyager dan ook bij de vijfde generatie. Die generatie is eigenlijk de koning van de rebadges. Deze was er als:

  • Dodge (Grand) Caravan
  • Chrysler (Grand) Voyager (Europa)
  • Chrysler Town & Country
  • Volkswagen Routan
  • Lancia Voyager

De Volkswagen Routan is de meest verrassende speler uit dat lijstje, want er is weinig Volkswagen aan. En toch ook weer wel, want in het interieur is er duidelijk een VW-sausje overheen gegoten. Ook het exterieur is op detailniveau aardig ver-Volkswagend. Het werkte overigens ook niet briljant, de Routan was geen daverend succes.

En de Lancia Voyager dus. Precies het tegenovergestelde van de Routan: een merk waarvan het logisch is dat Chrysler er mee samenwerkt, maar het is misschien wel de minst Lancia-esque Lancia ooit. Lancia-Fiat werkten eerst nog samen met PSA om de Fiat Ulysse en Lancia Zeta, gebaseerd op de Citroën Evasion en Peugeot 806, te bouwen. De generatie erna werd het de Lancia Phedra en wist Lancia zowaar hun eigen styling over de MPV-basis te gieten. Bij de Voyager lukte dat niet. Alleen de badge was Lancia en zelfs de naam was dus ‘gewoon’ Voyager.

In Italië was het wederom een manier om ‘Italiaans’ te rijden terwijl je geniet van Amerikaanse auto’s, maar de Lancia Voyager was het beste voorbeeld van een gedecimeerd gamma wat we ooit hebben gezien. Daarmee eindigen we dit artikel waar ‘ie begon, want naast de Voyager werden dus ook nog de Thema (Chrysler 300C-rebadge), Flavia (Chrysler Sebring Cabrio-rebadge) verkocht. Toch heeft Lancia het overleefd!

BONUS: doodgeboren Dodge Caliber

Een verhaal wat een tijdje geleden rond ging past nu perfect bij dit artikel. Daarvoor beginnen we bij de Dodge Caliber. Dat was samen met de Journey en Avenger een wat meer wereldwijd georiënteerde middenklasser. Het is een wat bizar crossover-achtig model dat de Neon én PT Cruiser moest vervangen. Dat werd gedaan met toch weer de hulp van Mitsubishi en hun middenklasse-platform. De ontbinding van DSM was geen vechtscheiding, dus Dodge en Mitsubishi konden elkaar nog zeker gebruiken.

Zo blijkt uit foto’s die een tijdje geleden opdoken. Gemaakt door een toen nog van geen rariteiten bewuste Reddit-gebruiker, ene @lostboyz. Die fotografeerde in 2010 onderstaande auto bij een Dodge-dealervoorraad. Toen nog een gevalletje “dan zal dat wel een aankomend model worden”, nu hij de foto’s heeft teruggevonden een bizar doodgeboren model. We zien namelijk de Dodge Caliber generatie 2. Is het wel een Caliber?

Nee hoor, het is een Mitsubishi Lancer. Ook al werden bij ons alleen de Evolution X en de ietwat vage Sportback bekend, in andere markten werd een milde versie van de Lancer als warme broodjes verkocht. Die versie zou naar de VS komen als Dodge Caliber, de opvolger van de Caliber crossover. Zelfs een Caliber SRT4 als Evolution X-rebadge leek niet onwaarschijnlijk.

Dit model werd alleen bekend door deze gelekte foto’s, Dodge zelf heeft het er nooit over gehad. De Caliber kreeg namelijk niet echt een opvolger en eigenlijk is de enige auto in hetzelfde segment de eerder behandelde Dart.

Tot zo ver Chrysler en deel twee van de ‘wie is koning rebadge’-serie. Ford hebben we min of meer al eens behandeld al focuste (haha) dat vooral op de banden met Mazda. Of daar nog meer uit te putten is (vast wel) zien jullie volgende week.

Dit artikel De wondere wereld van Chrysler rebadges in beeld verscheen eerst op Autoblog.nl.