We nemen een duik in de wereld van de sedans met turbo zescilinders en achterwielaandrijving (lekker specifiek, he?).
All I want for Christmas is…. Een dikke achterwielaangedreven sedan met turbo-geblazen zes-in-lijn. Het is misschien wel de ideale auto. Aangezien het onderwerp voor een lijstje voor de maandagavond is dat natuurlijk het geval. We zullen het ook even voor je toelichten. Het is namelijk de eenvoudige setup, bijna klassiek te noemen. Een sedan is bijna de standaardauto, vier deuren, vijf zitplaatsen en een ruime kofferbak.
De layout van een zes-in-lijn met achterwielaandrijving is briljant. Niets loopt mooier dan een zes-in-lijn, op een V12 na (dat in feite uit twee zescilinder lijnmotoren bestaat). Achter de motor heb je de transmissie die alle krachten via een cardanas naar de achterwielen afvuurt. Niet alleen is de loopcultuur ongekend, het is ook goed voor de gewichtsdistributie. Er is nog een bonus, met een zes-in-lijn is het veel makkelijker sleutelen: er is immers een hoopt ruimte. Het enige nadeel is dat een atmosferische zes-in-lijn veelal niet erg krachtig is en flink toeren moet maken.
Daarom hebben we voor vandaag een hele specifieke doch toffe categorie auto’s. Namelijk dikke sedans met turbo zescilinders en achterwielaandrijving. Koppel, vermogen, stijl, ruimte en puike prestaties. Wat wil een mens nog meer?
Om het duidelijk te maken wat we bedoelen met sedans met turbo zescilinders en achterwielaandrijving de volgende eisen:
- Sedan met vier deuren
- Zes-in-lijn benzine
- turbo (of twee)
- Achterwielaandrijving
Mocht jij er nog een of meer weten die in dit overzicht hadden kunnen mogen staan, laat het weten in de comments!
Koenig Specials 300 E Turbo (W124)
1986
We wilden het even beperken tot benzinemotoren, anders stond het lijstje vol OM606-projecten (dat is namelijk de meest legendarische zes-in-lijn diesel van Mercedes-Benz). Nog voordat de V8 in de 500 E kwam, moesten tuners het doen met de 3.0 zes-in-lijn. Oettinger (ja, die VW-tuner) vergrootte de cilinderinhoud, net als Carlson. Bij Koenig Specials pakte men het rigoureus aan door een turbo-kit te monteren op de een 300 E. Heel veel is er verder niet over bekend, behalve dat ze er een paar hebben omgebouwd. En ja, Koenig was in de jaren ’80 wat Mansory nu is: een tikkeltje uitbundig.
Alpina B10 BiTurbo (E34)
1989 – 1994
Tegenwoordig zijn alle Alpina’s een ‘Bi-Turbo’ vanwege het feit dat BMW ze al zo bouwt. Dat was in 1989 niet het geval. De Alpina B10 BiTurbo is niet een M5 alternatief. Nee, veel meer dan dat. De motor is de M30 uit de 535i, maar dan met gesmede zuigers van Mahle en twee Garett T25-turbocompressors. Resultaat: 360 pk en 520 Nm. Uiteraard werd ook het onderstel aangepast met dikkere anti-rollbars, Bilstein dempers en nog een hoop andere kleine aanpassingen.
De topsnelheid van de Alpina B10 Bi-Turbo is 291 km/u! Dat is nu nog steeds bizar snel, maar buitenaards in 1989. Deze auto concurreerden met Ferrari’s en Porsches. Nadeeltje was de prijs, want die was 2x zo hoog als een BMW M5. Uiteindelijk zijn er nog 507 exemplaren van gebouwd.
Lotus Carlton (Type 104)
1990
Misschien wel de dikste toevoeging in dit lijstje van sedans met turbo zescilinders en achterwielaandrijving,. Eh, correctie: dit is verreweg de dikste van het lijstje. General Motors had Lotus gekocht en wilde er een paar leuke dingen mee doen. De Corvette ZR-1 heeft een door Lotus ontwikkelde motor, bijvoorbeeld. De door Lotus aangepaste Opel Omega maakt toevalligerwijs gebruik van exact dezelfde ZF S6-40 handbak.
De motor werd vergroot naar 3.6 liter én voorzien van twee turbo’s. Maar het was niet de motor wat Lotus aanpakte, alles was anders. Dus een sperdifferentieel, verlaagd onderstel, nieuwe bumpers, aangepaste besturing (uit de Opel Senator) en dikke AP Racing remmen. Het vermogen van 382 en met name het koppel van 568 Nm was in dit tijd ongekend. Nog altijd een legendarische auto.
Autech Nissan Cefiro (A31)
1990
Ondanks dat Nissan met moeite winst kon maken in de jaren ’90, maakten ze de mooiste auto’s. Niet zozeer het design (dat was vaak maar ‘zo zo’), maar wel qua techniek. De Autech Nissan Cefiro combineert het beste van twee werelden. Deze sedan met achterwielaandrijving heeft de RB-zes-in-lijn motor van de Skyline R33 en het chassis van een Nissan Silvia S13. Skyline-power met Silvia-handling. Beter wordt het niet.
De RB20DET-motor is door Autech voorzien van een grotere turbo, grotere intercooler en nieuwe ECU. Dit zorgt voor 225 pk en 294 Nm. De transmissie is uiteraard handgeschakeld, precies hoe je het wil. De prestaties zijn anno 2022 niet extreem indrukwekkend, maar houdt er rekening mee dat deze auto voornamelijk gebouwd is op wegligging. Ook cool: in het interieur vind je Conolly-leder! Wij willen er eentje.
Tom’s X540 Chaser (X100)
2000 – 2001
Het bewijs dat goede auto’s niet altijd succesvol zijn als er geen premium-badge op zit. De Toyota Chaser is namelijk een briljante auto op papier. De auto komt uit de tijd dat Japanse fabrikanten alles deden met fraaie techniek. De Chaser is uiteraard voorzien van een zes-in-lijn turbo motor en wat voor een: de 1JZ-GTE, dat kun je zien als het kleine broertje van de 2JZ uit de Toyota Supra. Het vermogen was ‘276 pk’, dus beduidend meer.
De Tom’s versie doet er een schepje bovenop: dankzij een paar mechanische aanpassingen aan de motor komt er 315 pk uit. Het gewicht van de auto is minder dan 1.500 kg, dus aan die 315 pk heb je meer dan voldoende. Het belangrijkste is echter het onderstel. De auto is dermate zeldzaam dat we er geen persfoto’s van hebben. Wel is de X540 Chaser van Tom’s te besturen in Gran Turismo 4. De afbeeldingen die je hier ziet zijn van een Chaser door Wald is aangepast. Ziet er bijna hetzelfde uit.
Toyota Aristo Vertex Edition (S160)
2000
Lexus GS-eigenaren zullen zeggen dat in hun GS300 een Supra motor ligt en dat is technisch ook correct: de 2JZ-GE zonder turbo kun je in de GS300 en de Toyota Supra krijgen. In Nederland had de Supra altijd de Twin Turbo-motor en de Lexus GS300 de non-turbo. In Japan was er keuze.
De GS heet dan Toyota Aristo V300 Vertex Edition. Dit model is voorzien van de 2JZ-GTE motor met twee turbo’s en bijna onbeperkte tunings-mogelijkheden. Nadeeltje: Toyota monteerde een viertraps automaat… De vijftraps automaat kon het vermogen niet aan en een handbak is nooit in dit model geleverd. Dus je moet even de Getrag uit de Supra ‘swappen’ om het volledige potentieel te kunnen benutten.
Nissan Skyline GT Turbo Sedan (R34)
2001
Bij de naam Nissan Skyline denken we allemaal natuurlijk aan de GT-R en dat is ook logisch. Maar voor de R35 generatie was de GT-R een variant van de Skyline. De GT-R is de ‘BMW M5’, maar er zijn ook andere BMW 5 Series als het ware. Zo kon de Japanse zakenman ook een eenvoudige 2-liter sedan bestellen met automaat. Daar een beetje tussenin zit de GT Turbo Sedan.
Deze heeft toffe velgen, bumpers, stportstoelen en een 2.5 zes-in-lijn turbomotor met achterwielaandrijving. Qua tuningspotentie niet zo indrukwekkend als een echte GT-R, maar ook hier kon je met gemak 400-500 pk halen. Standaard leverde de motor al evenveel als de GT-R: 280 pk, alhoewel alle Duitse auto’s 250 km/u halen ook kolder is natuurlijk. Bijzonder: het Super HICAS vierwielbesturingssysteem kon je er op krijgen!
FPV F6 Typhoon R (BF)
2007
In Australië bouwde Ford al langere tijd de Falcon XR6, een Falcon-sedan met grote vier liter zes-in-lijn en achterwielaandrijving. FPV, Ford Performance Vehicles, is de tegenhanger van HSV (dat Holdens sneller maakt). FPV deed aanvankelijk achtcilinders, maar later ook zes-in-lijn turbomotoren: de F6-modellen. De dikste ooit gemaakt is de FPV F6 Typhoon R.
De zes-in-lijnmotoren hadden minder vermogen dan de V8-motoren, maar hadden meer koppel en leverden dat eerder in het toerengebied. Ook waren de zescilinders beter op te voeren. De R-Spec heeft een straffer onderstel en grotere wielen. Het idee was dat je deze F6 kon gebruiken voor trackdays. Je kon ze in Australische traditie in de meeste wilde en opvallende kleuren krijgen. Er zijn 300 exemplaren van gebouwd.
Ford Falcon XR6 Turbo Sprint (FG)
2016
Het is met Australische auto’s hetzelfde als met Australische dieren. Het lijkt een beetje op wat wij hebben, maar dan is het groter, afwijkender en een tikkeltje gevaarlijker. De Ford Falcon werd niet alleen in Australië gebouwd, maar ook voor Australië.
De afzetmarkt was dus relatief klein, terwijl de ontwikkelingskosten van zo’n groot slagschip vrij hoog zijn. Bijna tegelijk op het moment dat Holden stopt met de Commodore, stopt Ford met de Falcon en dus ook diens snelle versies, de XR8 en de XR6 Turbo. Sterker nog, het laatste exemplaar van de Falcon was een felblauwe XR6 Turbo.
BMW M3 (G80)
2021 – heden
En we eindigen dit overzicht van sedans met turbo zescilinders en achterwielaandrijving met de BMW M3. Zeg wat je wil over de neus (wij hebben dat ook vaak genoeg gedaan), de techniek is om van te watertanden: een 480 pk sterke zes-in-lijn met een handbak! In 2022 kun je dit bij BMW bestellen.
Dat is echt bijzonder knap gedaan van BMW om door de Euro 6d-emissie-eisen te krijgen. Hoezeer we deze ook aanprijzen, de kans is extreem groot dat iedereen automatisch de Competition-modellen bestelt met automaat, al dan niet met xDrive. Dus over 40 jaar is dít de uitvoering die je moet hebben op de veiling. Geniet er van nu het nog kan.
Meer lezen? Dit zijn 10 obscure Japanse stationwagons!
Dit artikel Dit zijn de 10- tofste sedans met turbo zescilinders en achterwielaandrijving verscheen eerst op Autoblog.nl.
Recent Comments