Waarom zou je nog een S-Klasse willen als deze lounge op wielen nu ook luxueuzer is dan ooit?

Als er ergens is waar een SUV een redelijk alternatief is op het ‘lage’ model, is het wel bij luxe modellen. Een Maybach GLS heeft een hogere (comfortabelere) instap dan een Maybach S-Klasse, naast een ruimere cabine en meer grondspeling voor betere vering. Da’s beter dan die quasi-sportieve nonsens-SUV’s. Dan nog blijft het zo dat er altijd een beter alternatief is, als je accepteert dat de buitenkant dan een beetje zoutloos is. En dat is het luxe busje. Een concept dat hier nog niet altijd aanslaat, maar in Azië lusten ze er wel pap van.

Toyota Alphard

Zeg je Azië, dan zeg je Toyota, en zeg je luxueuze busjes van Toyota, dan zeg je de Alphard. Of de Vellfire, marginaal verschil. Toyota bundelt de twee en lanceert de geüpdatete versies van het tweetal. Dit busje combineert de luxe van een limousine met de ruimte van een MPV. Het is dan ook een lel van een ding, maar dat terzijde.

Het interieur van de Alphard toont aan waar dat voordelen heeft. Je kan kiezen uit drie configuraties, waarvan we enkel de heftigste te zien krijgen. Dat is namelijk de ‘Executive Lounge’, met zes stoelen. De andere configuraties hebben er zeven of acht. Zes stoelen betekent echter dat elke stoel beter de ruimte heeft en zelfs de achterste bank ziet er lekker ruim uit. De vier stoelen ervoor zijn grote captain’s chairs met armleuningen en opbergvakjes. Uiteraard op elke manier te verstellen. Elke Alphard heeft gigantische schuifdeuren, dus ook de instap is geen probleem.

Ook al zijn de Toyota Alphard en Vellfire grotendeels identiek, qua exterieur zijn er marginale verschillen te ontdekken. De indeling van de lampen en bumpers zijn ietsje anders tussen de twee. De Alphard moet de ‘luxe’ versie zijn en de Vellfire de ‘sportieve’. Maar de Alphard mag niet té luxe, want dan maak je de Lexus LM overbodig. En sportief wordt het natuurlijk niet echt.

Motoren

Overigens krijgt de Toyota Alphard wel de keuze uit drie motoren. Enkel benzine stoken mag nog met ofwel de Alphard Z 2.5 of de Vellfire Z Premier 2.4. Wat dus twee verschillende blokken zijn en dan zit er ook nog verschil in de bak (CVT of reguliere automaat met koppelomvormer). De Alphard X en Z en de Vellfire Z Premier kan je ook krijgen als 2.5 Hybrid met voor- of vierwielaandrijving. Wat die qua pk opleveren heeft Toyota het niet over. Is natuurlijk ook niet echt belangrijk.

Nieuw is de PHEV. Dezelfde motor maar dan met een accu. Hoeveel kWh zien we wederom niet, wel dat je er 73 kilometer volledig elektrisch mee kan rijden. En dat het totaalplaatje 306 pk oplevert.

Lekker luxe doen dus. Een mooie tip voor de import ook trouwens, deze Toyota Alphard. Er staan er een paar op kenteken, dus voeg mooi deze versie uit 2025 daar aan toe. Dat is overigens dankzij onze belastingen waarschijnlijk een duur grapje, want in Japan valt het nogal mee. De goedkoopste versie kost 31.330 euro (omgerekend). Neem je de dikst aangeklede Vellfire Executive Lounge als zeszitter met een PHEV-aandrijflijn, dan ben je 66.650 euro kwijt. Da’s goedkoper dan een S-Klasse! Maar dan heb je wel een busje. Of dat erg is, dat mag je zelf bepalen.

Dit artikel Vergeet de S-Klasse, dit luxepaardje moet je hebben verscheen eerst op Autoblog.nl.