Sommige auto’s waren gemiddeld dan wel ondermaats, totdat de fabrikant ineens ingreep en er iets geweldigs van maakte. Hier onze favoriete voorbeelden!

Als autofabrikant maak je lang niet altijd de beste keuzes. Soms moet je eieren voor je geld kiezen en iets saais doen, soms moet je juist iets enorm gedurfds doen. Bepaalde modellen hebben de neiging om soms een beetje saai te worden als het te lang hetzelfde wordt.

‘Glow up’

Leuk idee voor een compilatie: welke modellen kregen, zoals de jonge generatie het noemt, een glow up? Waar de fabrikant van een ‘suf’ (maar de term ‘gemiddeld’ is soms ook van toepassing) verandert naar ineens een best gaaf model. Hierbij een paar voorbeelden. Uiteraard mogen toevoegingen in de reacties achter gelaten worden.

Toyota Prius (Mk. IV – Mk. V)

Elk lijstje begint bij een aardig duidelijk voorbeeld en in dit geval is dat de Toyota Prius. Iedereen, zowel de Prius-koper als de voorheen niet-Prius-kopers én zelfs autofanaten vindt de nieuwe Toyota Prius ineens erg tof. De Prius was altijd Toyota’s pionier in hybride technologie, wat de auto een ietwat bomenknuffelig imago opleverde en hij was wat belegen getekend. De vierde generatie had een veel wilder design, maar kon het suffe imago van de auto niet verbloemen. De nieuwe Prius heeft een veel strakker design en oogt eindelijk gewoon echt cool.

Audi A3 Cabrio (8PA – 8V)

Een Audi A3 Cabrio, dat gebeurde pas vanaf de facelift van de tweede generatie (8PA) in 2009. Het was erg simpel: de hatchback werd ontdaan van zijn dak en kreeg een stoffen vouwdak. Het was een prima A3 Cabrio, maar oogde altijd een beetje vreemd qua proporties, zowel met open als dicht dak.

Voor de opvolger (8V) had Audi een beter idee: de achterste helft werd geleend van de nieuwe A3 Limousine. Dat leverde een wat klassiekere cabrio-look op, veel eleganter. Wel leidt het altijd tot de dagdroom van een A3 Coupé die er nooit is geweest.

Volvo S60 (Mk. II – Mk. III)

Toegegeven: er is niks perse mis met de tweede generatie Volvo S60. Toch vonden we de wat meer klassieke sedan-lijnen van de eerste generatie mooier, de tweede generatie wordt er een beetje proportioneel vreemd van.

Dat werd toch mooier bij de opvolger: de derde generatie S60 is niet alleen veel mooier dan zijn voorganger, gewoon überhaupt als een middenklasse sedan is de nieuwe (huidige) S60 een knap ding.

Opel Mokka (Mk. I – Mk. II)

Als je een pensionado was zo rond 2014, had je ineens een probleem. Opel stopte namelijk met je favoriete auto: de Meriva. Toch wil jij maar al te graag een hoge zit en een nogal belegen uiterlijk. Geen probleem! Onder het GM-regime kon Opel een SUV krijgen die zijn genen deelt met de Buick Encore en de Chevrolet Trax. We kunnen niet te veel commentaar hebben op een merk dat de markt netjes bediende (Opel verkocht de Mokka nog aardig), maar de eerste Mokka was het toppunt van suf.

De tweede generatie Mokka, nu op het Stellantis-platform waar je ook bijvoorbeeld de Peugeot 2008 op vindt, is een wereld van verschil. Het is nog steeds een crossover, maar eentje met een veel frisser design. Het is de eerste Opel met de ‘Visor’ designtaal. Optioneel kun je leuke kleurencombinaties krijgen, maar deze limoengroene kleur is helemaal gratis. Doe er je voordeel mee. Met de Crossland als broer hebben ook de voormalige Mokka-kopers weer een perfecte crossover om uit te kiezen. Win/win.

Volkswagen Golf GTI (IV – V)

Goh, waarom zou ondergetekende de Golf V GTI toch een hele verbetering vinden? Nou, eigenlijk hoef ik daarvoor niet eens mijn eigen woorden te gebruiken, maar die van menig andere petrolhead. De Volkswagen GTI was bij de IV een beetje zijn mojo kwijt. De 1.8 liter 5V turbomotor met 180 pk was op zich prima, maar het voelde een beetje alsof Volkswagen een GTI-logo had geplakt op een normale Golf 2.0. Ook hielp het niet mee dat qua motorgrootte de 2.0, de 2.3 V5, de 2.8 VR6 en de 3.2 VR6 (R32) nog boven de GTI zaten.

Bij de V GTI herzag Volkswagen het gamma en was de GTI weer een hot hatch zoals ‘ie hoort. De motor was een serieuze upgrade over de normale 2.0 FSI, het uiterlijk onderscheidde de GTI duidelijk van de Golfs eronder en het was gewoon eindelijk weer een hele bak fun. Om nou te zeggen dat het een perfecte spirituele opvolger is van de Golf I GTI gaat wat ver, maar in ieder geval was de GTI weer herboren bij de vijfde generatie.

Peugeot 207 – 208

De evolutie van de Peugeot 206 en 307 naar de 207 en 308 was geen hoogtepunt bij het Franse merk. De 308 deed eigenlijk niks beduidend beter dan zijn voorganger, je kreeg alleen wat nieuwere techniek. Bij de 207 voelde het een beetje alsof het een wat volwassenere auto werd, terwijl het leuke van de 206 juist de compacte, lichte, simpele insteek was.

Toen de 207 werd opgevolgd door de 208, voelde het alsof dat speelse weer terug was. De 208 oogde compacter, voelde compacter (geholpen door het nog steeds controversiële kleine stuurtje) en met de komst van een nieuwe GTi had je ook een leuke versie. Voor het eerst in jaren voelde de 208 GTi alsof de magie van de 205 GTi weer terug was.

Mercedes A-Klasse (W169 – W176)

Om mee te beginnen bij de Mercedes A-Klasse aan het einde van de jaren ’90: op zich had Mercedes gelijk. Een model onder de C-Klasse konden ze goed gebruiken. Audi en BMW stuitten immers op hetzelfde probleem. Audi leende een Golf en creëerde de eerste A3, BMW bleef stug volhouden dat de 3 Serie klein genoeg was en Mercedes bracht een hoog MPV-achtig model uit met piepkleine motoren. Dat hield het merk vol tot en met ergens in 2011. Op zich heeft Mercedes zo veel A-Klasses gesleten dat je het moeilijk een flop kan noemen, maar het probleem van het niet hebben van een model onder de C-Klasse wordt niet opgelost. Als jonge Mercedes-koper die klein wil beginnen, is zo’n hoge bejaardenbak niet precies wat je zoekt.

Inmiddels was Audi erg succesvol met de A3 en had BMW ook het licht gezien met de 1 Serie. De taken van pensionado’s opvangen werd aan de iets ’traditioneler’ uitziende B-Klasse gegeven en de derde A-Klasse (W176) werd een keurige hatchback. Je kan een heel relaas starten over Renault-motoren, maar het feit is wel dat Mercedes zo een keurige benjamin heeft die elke koper faciliteert, een Mercedes-waardig interieur heeft en eventueel in leuke AMG-versies bestaat. Logisch dat de W177 hetzelfde recept volgt.

Jaguar S-Type (X200) – XF (X250)

Retro-design was ineens een trend in de vroege jaren ’00. Om Jaguar een middenklasse sedan te geven, werd de S-Type onthuld. De auto had een opmerkelijk design met hele klassiek ogende rondingen, een bijzonder frontje met een opmerkelijke Jaguar-grille en een opmerkelijke daklijn. Dit alles om een knipoog te maken naar de Jaguar Mark II. Lukte dat? Ja. Was het een mooie auto? Nee, niet echt. We excuseren de S-Type R want die was dan weer net zo, bijna fout, aangekleed dat die nog wel opdroogt, maar verder doet de S-Type vooral het beeld oproepen van tweedjasjes en sigaren roken (en dan het liefst zodat je beige bekleding lekker doorgerookt is).

De opvolger van de S-Type genaamd XF deed het helemaal anders. Van retro-nonsens naar snaarstrakke Britse limousine. De juiste balans tussen mooie, elegante lijnen en een veel sportievere stance dan de voorganger. We geven toe: de facelift maakte hem pas écht mooi. Wat grappig is, want de C-XF Concept die de XF previewde, had de koplampen die Jaguar later pas op de XF schroefde bij de facelift.

Ferrari 612 – FF

Een Ferrari suf noemen is lef hebben. De 612 Scaglietti is niet perse suf, maar het was een beetje een oubollig concept zo anno 2005. Een vierzits GT is een goed idee, maar eigenlijk deed de Ferrari 599 GTB Fiorano alles behalve het hebben van een achterbank beter dan de Scaglietti. Het helpt ook niet mee dat het uiterlijk ook niet zo clean en tijdloos is als een Ferrari kan zijn.

Waarom we de opvolger genaamd FF toch op dit lijstje hebben gezet is omdat het eindelijk erop leek dat Ferrari een niche had gevonden. De FF was zeker geen betere sportwagen dan grote broer F12berlinetta, maar het was wel beduidend een betere Gran Turismo. Een hatchback-achtig uiterlijk voor een ongekend riante kofferbak, vier zeer acceptabele zitplaatsen en voor het eerst in een Ferrari: vierwielaandrijving, waarmee deze FF een perfecte winter daily kan zijn. Dat alles met gewoon een V12 voorin met meer dan 600 pk, een echt leuke en unieke combinatie. De FF en opvolger GTC4Lusso zijn bezweken onder de wens voor een SUV, en toch durven wij te stellen dat de Ferrari GT is geëindigd op een hoogtepunt.

Peugeot 407 – 508

We noemden de 208 al, maar eigenlijk was de beste ‘glow up’ bij Peugeot in de middenklasse. De 407 was namelijk geen evolutie van de 406, maar een auto die het onder ‘het nieuwe Peugeot’ allemaal anders zou doen. De grote bek-designtaal klopt net niet helemaal lekker (@jaapiyo schijnt soms koortsdromen te krijgen van de frontoverhang), de grote bek-voorkant klopt net niet helemaal: de 407 was wat suf en deed je wensen dat Peugeot nog steeds de 406 bouwde.

In 2010 presenteerde Peugeot de ‘5 by Peugeot’ als concept en deze strakke sedan ging met vrij lichte wijzigingen in productie als een model om zowel de 407 als 607 af te lossen (vandaar de overgang van 4 naar 5). En kijk nou: Peugeot heeft er een knap ding van gemaakt. De 508 gaf hoop voor een Peugeot dat weer mooie auto’s kon bouwen, wat als je het ons vraagt tegenwoordig weer is gelukt.

Opel Astra (K – L)

Ook de Opel Astra is eigenlijk altijd een suf model geweest, zelfs als Kadett. Daar is niks mis mee: Jan met de Pet die gewoon een vervoersmiddel zoekt, moet immers ook iets kunnen kopen. De Astra is echter nooit écht leuk geweest (OPC-modellen wellicht daar gelaten) en bij de laatste generatie onder GM (K) zag je eigenlijk aan alles dat de rek eruit was. De basis leek op die van voorganger J en hij verouderde vrij snel.

De huidige Astra (L) heeft natuurlijk het geluk dat hij zijn basis kan delen met een zeer geslaagde hatchback (Peugeot 308), maar ze hebben er ook gewoon echt een knappe auto van gemaakt. De eerdergenoemde Visor-designtaal zorgt echt voor een prachtig minimalistisch herkenningspunt en de rest van het design is gewoon heerlijk opgeruimd, no nonsense, maar ook weer niet dodelijk saai (toegegeven: een GS-Line pakket helpt). Jan met de Pet mag nu rondrijden in een keurige middenklasser, en dat voor een Opel Astra.

En de rest

Zoals gezegd zijn dit enkele voorbeelden, je eigen favoriete voorbeelden van automotive ‘glow ups’ of het roerend oneens zijn met onze keuzes mag in de reacties hieronder.

Dit artikel Deze ‘suffe’ modellen werden ineens geweldig verscheen eerst op Autoblog.nl.