Lotus gaat 10 stuks maken van de Type 66. Deze kelkjes hierboven geven zuurstof aan een 830 pk sterke V8!

Lotus was eigenlijk altijd al een prachtig merk met veel goede ideeën. Dat was nooit het probleem in Hethel. Alleen aan geld ontbrak het vaak. Dat was al zo toen men de F1 domineerde en is eigenlijk altijd zo gebleven. Eigenlijk ook precies zoals het heurt voor een Britse maker van gave auto’s.

Medio jaren ’90 kocht Romano Artioli het merk en zorgde hij met de naar zijn dochter vernoemde Elise voor nieuw Elan. De Elise was licht, rap en achterwielaangedreven. Daarmee was ‘ie automatisch beter dan de KIA Elan, die voorwielaandrijving had. Lotus kon er weer een tijdje tegenaan. Hoewel Artioli na enkele jaren alweer moest afhaken, na een ‘investering’ in Bugatti niet het beoogde resultaat had.

Inmiddels is Lotus van de Chinezen. Dat is wel een dingetje. Een Lotus kopen is nu indirect toch een beetje Xi Jinping helpen zijn gruwelijk enge sociale kredietsysteem over de wereld uit te rollen. Aan de andere kant, dat systeem krijgen we toch wel, of het nu via de CCP gebeurd of via Uiiiroooopa. Dus of het werkelijk zoveel verschil maakt wíe er controleert of je je afval netjes scheidt, alvorens je een baan mag hebben bij de lithium-mijn…ach…

Dus kunnen we gelukkig toch zonder gewetensbezwaren genieten van de epische autootjes die Lotus inmiddels weer bouwt. Want, zeg nou zelf, de Emira is een geweldig apparaat. De Evija is de eerste EV hypercar waar ik echt een beetje warm van wordt. En de Eletre is…er ook.

Lotus is echter bezig aan nóg gavere projecten. Meer specifiek: Lotus Advanced Performance is bezig aan nog gavere projecten. Men is van plan enkele Lotus concepten uit het verleden, die destijds nooit het levenslicht hebben gezien als ‘productiemodel’, alsnog te realiseren. En dan niet als pure ‘continuation’ met de oude technieken van toen, maar met moderne materialen. Een soort restomod af fabriek dus.

De eerste in de reeks is de Lotus Type 66. De Type 66 was een concept voor een CanAm racer die het tegen de Porsche’s op moest gaan nemen vanaf 1970. De bedoeling was dat Emerson Fittipaldi, de latere F1 wereldkampioen van 1972 (met Lotus) en 1974 (met McLaren) alsmede Indy 500 winnaar achter het stuur zou kruipen. Uiteindelijk wilde Colin Chapman echter de focus volledig op de F1 hebben, dus ging het feest niet door.

Op basis van documentatie die Colins zoon Clive Chapman heeft aangeleverd, wordt de Type 66 nu dus alsnog gemaakt, in een oplage van 10 stuks. De auto wordt wel aangepast aan de huidige stand van de techniek, met een kevlar benzinetank en een rolbeugel voor de veiligheid. Dat was voor Colin destijds nooit de eerste prioriteit.

De auto zal tevens een moderne sequentiële bak hebben inclusief ‘achteruit’, een antistall systeem, ABS en stuurbekrachtiging. De body wordt volledig gemaakt van carbon, over een frame van aluminium. De motor komt uit een krat van Chevrolet en moet 830 pk leveren bij 8.800 toeren per minuut. Historisch verantwoord, want behalve de 917/30 KH’s hadden de meeste CanAm racers van destijds ook Amerikaanse Vee Eight Motors onder de kap.

Kopen dus maar. Qua kosten denkt Lotus aan een prijskaartje van ‘meer dan 1 miljoen Pond‘. Goed, in vergelijking met een Rolls-Royce La Rose Noir een absolute prijsknaller dus.

Dit artikel Nieuwe Lotus Type 66 is veel gaver dan Rolls-Royce zwarte roos verscheen eerst op Autoblog.nl.